Humor doet het goed op de werkvloer. Het haalt de scherpe kantjes eraf, geeft lucht en schept een band. Vijf vragen aan collega’s die lachend door het leven gaan: Dirk-Jan Becking, Lisette Schiltmans, Ricardo Verwey, Antonia Hendriks en Jurriaan Fleijsman. Eén ding hebben zij gemeen: zonder humor komen zij de dag niet door.

Waarom is humor belangrijk voor jou?

Dirk-Jan: “Humor helpt om lastige situaties in het werk luchtiger te maken.”

Lisette: “Ik kleur het leven in met humor. Humor is als zuurstof. Het ontspant me en zonder kom ik de dag niet door. Ik ben altijd in een goed humeur.”

Ricardo: “Humor is de jus in mijn leven. Je kunt er alles in kwijt. En alles mee zeggen, op een nette manier.”

‘Wij mensen nemen onszelf vaak zo serieus’

Antonia: “Ik ga met een kwinkslag door het leven en mijn streven is lichtvoetigheid. Ik lach heel veel, en soms om de sufste dingen. Vaak ook om gedrag van mensen. Wij mensen nemen onszelf vaak zo serieus. Als iemand mij in het verkeer afsnijdt, zeg ik: ‘Ja, gaat u maar voor hoor. U bent vast veel belangrijker dan ik.’ Als ik mensen van buiten ontvang, zeg ik weleens: kom, we nemen de brede trap (er is ook een smaller trappenhuis), dan kunnen we onze gewaden achter ons laten wapperen.”

Jurriaan: “Humor helpt om de dag door te komen. Wij zijn toch een soort van familie van elkaar. We zitten de hele dag samen in een hok achter een computer. Humor maakt het draaglijk.”

Waarover heb je erg gelachen op ’t werk?

Antonia: “Een collega zakte laatst door haar zitbal. Daar kan ik erg om lachen. Het moet wel goed aflopen natuurlijk.”

Ricardo: “Ik lach de hele dag, dat gaat altijd door. Ik heb voor veel collega’s een koosnaam, en zij voor mij. Zoals gabbertje, mattie, bullet, broer, enzovoort. En elke morgen groet ik iedereen één voor één, zo ben ik.”

‘Je moet naar Praag!’

‘Oh, dan moet ik nu toch echt wel weg’

Jurriaan: “Ik werkte veel samen met een oudere, keurig geklede dame, voor de implementatie van een systeem. Dat leidde tot opmerkingen. Toen er fruitmanden kwamen, lag ineens de appel ‘Granny’ Smith op mijn bureau. Later waren we aan het borrelen, buiten. Kwam er een oudere vrouw met een rollator langs die ons de weg vroeg. ‘Jurriaan, voor jou’, riep iedereen. Ja, natuurlijk heb ik haar geholpen!”

Lisette: “Ik lach eigenlijk iedere dag wel ergens om, maar een concreet voorbeeld is lastig in woorden te vatten omdat de grap altijd beeld nodig heeft. Ik vind het grappig als een collega totaal uit zijn of haar rol als ambtenaar valt. Goede zelfspot vind ik ook leuk.”

Dirk-Jan: “We hebben vergaderzalen met namen van Europese hoofdsteden. Een nieuwe manager vroeg aan zijn assistente waar zijn volgende afspraak was. Zij zei: ‘Je moet naar Praag!’ Hij: ‘Oh, dan moet ik nu toch echt wel weg. Heb jij dan mijn ticket?’, vroeg hij nog. Tot hij erachter kwam dat hij één trap naar boven moest.”

Wie of wat vind jij grappig?

Ricardo: “Ik was laatst met mijn dochters naar een voorstelling met Roué Vergeer, een Surinaams-Nederlandse cabaretier. Hij vertelt verhalen verpakt in humor. Ik lag echt in een deuk, lach op lach.”

Dirk-Jan: “Bij parkeren werken nog enkele ‘oude stijl’ Amsterdammers. Zij zijn heel direct, recht voor z’n raap. Ik hou ook van Herman Finkers met zijn droge, Twentse humor. En ik moet lachen om woorden of zinnen met een dubbele betekenis.”

‘Humor zit ‘m in kleine dingen’

Antonia: “Ik ben een echte Amsterdamse met droge humor. De blik doet het ‘m. Dat vind ik ook mooi aan het werk van tekenaar Peter van Straaten. Hij kan een bepaalde oogopslag met één pennenstreek neerzetten.”

Jurriaan: “Humor zit ‘m in kleine dingen. Iets in een andere context plaatsen. Woordspelingen. Of iets een beetje sarcastisch zeggen. Ik hou van Engelse humor, zo heerlijk droog.”

Lisette: “Ik hou van overdrijving, cynisme en taalgrappen. Wim Helsen en Ronald Goedemondt maken mij ontzettend aan het lachen.”

Hoe gebruik jij humor in je werk?

Lisette: “Ik lach om creatieve gekkigheid. Ook helpt humor mij om zaken in één klap helder te zien. Ik vrolijk mensen graag op. Een collega, of de meneer van de koffie. Het leukste is als het lukt.”

Jurriaan: “Ik ben wel een aanstichter. Ik gebruik het om te relativeren, spanning te breken, een lading eraf te halen. Soms lachen we tot tranen aan toe. Grap over grap.”

‘Ik lach om creatieve gekkigheid’

Dirk-Jan: “Humor kan afleiden, is een smeermiddel. Het kan een zetje geven als je vastzit in een patroon. Je moet wel oppassen; met de één lukt het beter dan met de ander. Ook moet het niet te melig worden.”

Ricardo: “Ik gebruik humor zoals het in me opkomt, gewoon spontaan. Humor zorgt ervoor dat de dag zich laat verdragen. Ja, we vormen hier een hecht team. We weten wat we aan elkaar hebben, we zijn er voor elkaar.”

Antonia: “Humor vormt een brug tussen mensen. Soms zitten wij mensen helemaal vast in ons verhaal. Humor kan het losmaken. Met zelfspot en spot kom ik dan een heel eind.”

Wanneer vergaat het lachen je?

Jurriaan: “We kunnen lachen om vrijwel alle situaties, hoe erg ook. Grof en plat vind ik ook prima. Maar soms is een grap uitgewerkt. Dan moet je stoppen. En je moet altijd zeker weten dat er niets achter zit.”

Dirk-Jan: “Humor mag niet ten koste gaan van een ander. En al helemaal niet als die persoon er niet bij is.”

‘Ze moeten geen spot met me drijven’

Antonia: “Grove grappen vind ik niet leuk, en grappen over seks ook niet. Vaak vind ik het tenenkrommend.”

Lisette: “Gemeend cynisme als bewuste aanval vind ik erg. Of iemand afbranden, iemand pijn doen.”

Ricardo: “Ze moeten geen spot met me drijven. Er moet altijd wederzijds respect zijn. Als ik zou merken dat dat er niet was, zou ik daar wat van zeggen. Maar dat heb ik in die 25 jaar nog nooit hoeven doen.”