Ronald: “Ik vind dat we nog steeds te veel binnen de ring A10 denken. We zien de wereld buiten de A10 niet als core business, terwijl dat het wel degelijk is. Wees je bewust van het verkeersnetwerk waar we in werken. Als wij bijvoorbeeld de Toppers op een doordeweekse dag in de Arena hebben, treft het ook mensen uit Hoofddorp die naar huis willen, mensen op weg naar Schiphol die hun vliegtuig willen halen of mensen die op tijd op het werk moeten zijn. Drukte in Zuidoost heeft gevolgen voor de weggebruikers op alle wegen eromheen.”

Verdeelring onder druk?

“Ander voorbeeld? Onze centrumring de s100, verdeelt het verkeer over de stad. Als wij daar maatregelen nemen, bijvoorbeeld om de luchtkwaliteit te verbeteren op bepaalde wegen, dan heeft dat invloed op de doorstroming op de s100 èn de A10. Het verdelen van het verkeer wijzigt hiermee en dan kan het verkeersnetwerk van Amsterdam onder druk komen te staan. We moeten elke keer weer de discussie aangaan over wat we willen, wat we hebben afgesproken en wat dat betekent. Als dat nodig is, maken we nieuwe afspraken met onze netwerkpartners. Want alle grote doorgaande wegen in de provincie, inclusief de A10 en s100, worden ingezet op basis van gemaakte afspraken.”

Over grenzen kijken

“Ik werk nauw samen met onze netwerkpartners, de Provincie Noord-Holland en Rijkswaterstaat, in het Regionaal Tactisch Team en het Regionaal Kortcyclisch Overleg. We kijken naar ontwikkelingen in de reguliere spitsen en in bijzondere situaties zoals bij wegwerkzaamheden en evenementen. Ook evalueren we de inzet van verkeerscenario’s van de drie wegverkeerscentrales. Het leuke vind ik dat wij samen veel mogelijk maken. Wat voor Rijkswaterstaat, Noord-Holland of Amsterdam moeilijk is om op te lossen in de eigen organisatie, lukt vaak wel in het samenwerkingsverband omdat lijntjes kort zijn. Over grenzen heen kijken, lukt in je eigen organisatie niet altijd. Onze instelling is; we gaan het doen, we kijken hoe ver we komen en we verdelen de pijn.”

Rood is rood

“Je moet visueel ingesteld zijn wanneer je werkzaam bent in operationeel verkeersmanagement. Dat is de weggebruiker ook. Een weggebruiker heeft niets aan lange teksten, die wil gewoon van A naar B en dat snel uitgelegd krijgen. Rechts is rechts, rood is rood, vrij is vrij. Als je dan op weg bent naar die parkeergarage, dan moet je er zo heen kunnen rijden. En dat geldt ook voor de collega’s van de verkeerscentrale. Ook voor hen moet de vertaling van het beleid een abc’tje zijn. Goed voorbereid en in de operationele uitvoering prettig om mee te werken. Daarom vind ik het heel belangrijk om beleid te visualiseren. Een mooie visualisatie vind ik de netwerkvisie wegen. Het laat in één oogopslag het netwerk zien en de invloed van de verschillende wegen op elkaar.”

Doelen te abstract

“Een ander ding is concreet maken. Onze doelen zoals bereikbaarheid en doorstroming zijn van een bepaald abstractieniveau. Leg dat maar eens uit aan de weggebruiker. Maak het concreet! Niet alleen voor de klant, ook voor onszelf. Toen we doorstroming probeerden te concretiseren in ons regionaal overleg, kwamen we erachter dat Rijkswaterstaat, Noord-Holland en Amsterdam daar andere indicatoren aan toekenden. Alle drie hadden we andere criteria. We hebben nu afgesproken dat het bij doorstroming over reistijden voor de weggebruiker en minimale snelheden gaat. Concreet maken, levert nog veel meer op. Bereikbaarheid is bijvoorbeeld, 65.000 bezoekers en 14.000 auto’s na een optreden van de Toppers in vijf kwartier uit het gebied krijgen. Wij vinden dat een mooi doel, maar de bezoekers van de Arena ook? Door het concreet te maken, kom je daarachter. Het moet gewoon aantrekkelijk zijn om van en naar de Arena te rijden. Daar gaat het om!”