Trainees Aldert Bergstra en Tom Bolsius zijn sinds 1 september 2016 werkzaam bij de gemeente en proberen dagelijks de wondere wereld van de gemeentelijke organisatie beter te begrijpen. In deze reeks interviews gaan zij het gesprek aan met leden van het Gemeentelijk Management Team (GMT) om inzicht te krijgen in hun werk en ambities, en om hen te vragen welke collega’s zij hoog hebben zitten.

Je bent nu vijf jaar onderweg. Waar ben je het meest tevreden over?

"Dat we meer 1Amsterdam zijn. Dat we meer bezig zijn met de Amsterdammer dan met onszelf. We zijn van een eilandenrijk naar één organisatie gegaan. Ik weet nog dat ik, toen ik hier kwam werken, twee pagina’s in het Parool en de Echo zag over de openingstijden van al onze loketten. Dat is nu een heel stuk beter, van de fysieke Stadsloketten tot webcare en 14020. In alle domeinen hebben we hier stappen in gezet, kijk naar de stedelijke handhavingsteams, het gebiedsgericht werken, de economische samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam, de integrale aanpak in het sociaal domein, 1 ICT voor de hele gemeente. En heel actueel is de gezamenlijke aanpak van afval, schoon en heel, waarbij we de opgave centraal stellen: hoe krijgen we samen die stad schoon en netjes. Niet alles gaat meteen goed, maar die focus van buiten naar binnen is er. Daardoor doen we het beter en meer gezamenlijk."

Fouten maken mag, wordt vaak gezegd. Hoe sta jij daarin?

"Wat we bedoelen is: gooi de schroom van je af. Als je dingen te laat doet, of niet doet, is het ook een probleem. Als je een fantastische bruidstaart maakt, maar hij wordt een dag na de bruiloft bezorgd, dan is het toch gewoon waardeloos. Ontdek waar je goed in bent. Kijk van wie je kan leren, wat je kan leren. Je werkt in een grote organisatie, dat is soms onoverzichtelijk maar het geeft ook veel kansen. Je kunt alle kanten op, er zijn ontwikkelmogelijkheden. Maar je moet wel zelf je vinger opsteken.

Mijn advies is: maak het klein. Je hoeft geen 15.000 collega’s te kennen, met voldoende netwerk kun je met twee telefoontjes heel veel bereiken. Zoek niet naar wie ergens over gaat, bedenk wie je nodig hebt om resultaat te halen. Maak het overzichtelijk, maak het concreet, maak het leuk, maak het kleiner."

Iets anders. Jij hebt een uitgesproken leiderschapsstijl. Zit dat je weleens in de weg?

"Ik weet dat ik vrij direct ben. Dat is soms een handicap en soms een mooie eigenschap. Ik zeg waar het op staat, dus ook als ik iets niet goed vind. Daar ben ik scherp in – dat weet men en dat vindt men soms ongemakkelijk. Maar tegelijkertijd: er is altijd ruimte voor een herkansing. En mijn oneliners en metaforen, ja, daar moeten mensen soms om lachen. Een groot voordeel is dat mensen het makkelijk onthouden.

De essentie voor mij is: heb je focus op de stad? Doen we alles wat we doen voor de Amsterdammer? Dat meen ik echt. Als ik aan het einde van de dag terugblik, dan kijk ik naar waar ik geholpen heb. En naar wat eigenlijk voelde als een soort corvee. Je wilt toch bezig zijn met wat er echt toe doet."

Welke drie mensen in de uitvoering inspireren je?

"Neem nou Arie Roos, gebiedsmanager van De Pijp. Kijk, De Pijp is een roerig stukje Amsterdam – mensen die er wonen vinden er allemaal wat van – met de Diamantbuurt en zo. Dus het is echt geen makkelijk stukje stad. Arie is een ouwe rot die zich afvraagt: hoe kan ik die voedselbank nog meer inzetten, waar kunnen bewoners zelf helpen, welke partijen moet ik hier om tafel hebben. Soms is hij een mediator, dan weer een roerganger. Niets is bij hem standaard, volgens het boekje. Snel schakelen en gewoon durven, doen.

Ook wil ik Constance Steenkamp noemen, zij geeft in Nieuw-West leiding aan de uitvoering. Dat is een heel onbevangen type en leuk om mee te werken. Zij heeft echt de mentaliteit: ‘ik wil die stad schoon hebben!’ Dus zij regelt iPads zodat haar mensen beter en sneller kunnen werken en dat Amsterdam aan de Clean-up Day meedoet en ga zo maar door.

En Matthijs Künzel, die heeft de EK Atletiek gedaan. Het hele programma met al die jeugdactiviteiten. Hij is er echt eentje die gewoon aanpakt. Zelf is hij ook een superfitte gast, volgens mij doet hij zelfs triathlons. Hij kijkt naar wat hij wil neerzetten en gaat dan op zoek naar mensen die dat met hem voor elkaar kunnen krijgen. Van sportmensen tot managers tot trainees, overal waar de energie zit. En drie, vier maanden later stáát het gewoon."

Wat hebben die drie met elkaar gemeen?

"Het zijn niet mensen die het allemaal perfect doen, maar wat je ziet is dat ze enorm gedreven zijn en dat ze werken op een manier die bij hun persoonlijkheid past. En dat vind ik mooi aan Amsterdam: ik ken weinig organisaties waar je zo jezelf kan zijn. Dat is in de stad al bijzonder, maar in de organisatie net zo. Als je bijvoorbeeld ziet hoe ze op De Nieuwe Ooster met rouwrituelen bezig zijn: petje af. Weer anderen zijn ‘hard turbo’ aan het vernieuwen. Zo’n clubje CTO bijvoorbeeld, hoe wild zij af en toe dingen doen en hoe ze naar buiten treden! Dan staat Ger Baron weer met zijn kop in de NRC met een verhaal. Ja, dat vind ik stiekem wel gaaf. En dan denk ik: Dat kan alleen in Amsterdam. Dat moeten we wel een beetje koesteren."

Heb je nog een persoonlijke boodschap voor de medewerkers?

Matthijs Künzel, project- en programmamanager Sport en Bos

Wat houdt je werk in?
“Na de afronding van het succesvolle Sportstimuleringsprogramma Atletiek wat in aanloop naar, tijdens en ook na de EK Atletiek van 2016 in Amsterdam heeft plaatsgevonden, ben ik in het voorjaar van 2017 aan de slag gegaan als Programmamanager Aangepast Sporten. In deze functie richt ik mij vooral op hoe mensen met een handicap in Amsterdam gestimuleerd worden om te gaan of blijven bewegen. Dit doen we onder andere door het versterken en vergroten van het sport- en beweegaanbod, het werken aan een betere toegankelijkheid, het duidelijker en uitdagender communiceren over de mogelijkheden van aangepast sporten en door het wegnemen van allerlei drempels."

Wat vind je leuk aan je werk? 
"Je bent echt bezig voor de Amsterdammer die soms een beetje extra ondersteuning nodig heeft om letterlijk in beweging te komen. Binnen de gehandicaptensport is er vaak veel mogelijk met kleine aanpassingen en er is veel energie om zaken gedaan te krijgen. Dat doen we niet alleen met medewerkers van de gemeente, maar bijvoorbeeld ook met revalidatie instellingen, scholen en andere partijen en vaak ook met de doelgroep zelf. Zij weten het beste waar ze tegenaanlopen en waar ze echt mee geholpen zijn. Die veelheid aan contacten en met een praktische inslag snel resultaat boeken, dat motiveert mij."

Wat hoop je voor de toekomst, in jouw vakgebied?

"Dat sport en bewegen voor iedereen toegankelijk is en dan niet alleen de sportvereniging op de hoek, maar ook de commerciële sportschool of de hardlooproute in het Amsterdamse Bos, waardoor elke Amsterdammer zich kan ontspannen door zich in te spannen."

Constance Steenkamp, manager Schoon en Heel stadsdeel Nieuw-West

Wat houdt je werk in?

"Ik ben manager Schoon en Heel en dat houdt in dat ik eindverantwoordelijk ben voor alles wat met het dagelijks beheer en onderhoud te maken heeft in de openbare ruimte in Nieuw-West. Naast deze functie, ben ik trekker van de afdeling Infra en Services voor de nieuwe rve Stadswerken en organisator en voorzitter van Amsterdam Clean Water, een samenwerkingsverband van gemeentelijke en niet-gemeentelijke organisaties dat zich bezighoudt met de schone wateren in en rond Amsterdam."

Wat vind je leuk aan je werk?

"Ik vind het leuk dat ik bezig mag zijn in, voor, met de stad Amsterdam. Ik mag medewerkers motiveren om nog meer talent te laten zien, zich te ontwikkelen, samen komen tot efficiënter en effectiever werken, nieuwe manieren van werken uitproberen, samenwerking met bewoners en het gebiedsgericht werken verder brengen. De veelzijdigheid van mijn werk en de mogelijkheid om ook aan andere projecten stadsbreed te mogen werken. Uiteraard kom ook ik lastige situaties tegen en probeer ook daar met zo veel als mogelijk positivisme mee om te gaan. Immers een glas staat leuker half vol, dan halfleeg."

Wat hoop je voor de toekomst in jouw vakgebied?

"Wat ik nu nog niet weet, is in welke functie ik in de nieuwe rve kom te werken. Wat ik hoop is dat ik met al mijn kennis, kunde, vaardigheden, enthousiasme en inzet nog veel voor deze mooie stad mag betekenen. Het aandachtsgebied blijft, wat mij betreft, de inzet voor en in de openbare ruimte. Er wordt veel gemopperd op de schoonheidsgraad in en van Amsterdam. Ik leef in de overtuiging dat het moet lukken dat we met z’n allen, dus alle Amsterdammers en haar bezoekers, over pakweg vijf jaar kunnen zeggen: “Dat hebben we toch maar mooi met elkaar geflikt! Kijk eens om je heen; Amsterdam is een mooie en verzorgde stad!"

Arie Roos, gebiedsmanager De Pijp, Rivierenbuurt en Buitenveldert

Wat houdt je werk in?

"Ik ben gebiedsmanager in drie buurten in Zuid: De Pijp, Rivierenbuurt en Buitenveldert. Als gebiedsmanager zorg je ervoor dat je weet wat speelt in een buurt, waar problemen zitten en ook waar het juist goed gaat en waar kansen liggen. Vervolgens kijk je wat nodig is en wie daarbij nodig is. Uiteraard samen met veel collega’s."

Wat vind je leuk aan je werk?

"Het is een van de leukste banen die ik me kan bedenken. Een baan waarin ik heel veel bewoners en ondernemers ontmoet, die zelf ook allemaal energie en ideeën hebben om het beter te maken in de stad. Die niet alleen zeuren, maar het zelf aan willen pakken. Ik mag namens de gemeente met die mensen werken. Het is elke keer weer een zoektocht: hoe krijgen we dit voor elkaar? Dat is geweldig om te doen. Onlangs hadden we de G250 buurttop en een Jongerentop in De Pijp. De ideeën en de wil om dingen te veranderen die je daar ziet, dat is geweldig."

Wat hoop je voor de toekomst?

"We zijn ergens aan begonnen in 2015. De gebiedsgerichte aanpak, werken als 1Amsterdam. De structuur ligt er, maar de cultuur is er nog niet overal. Dat vraagt tijd en geduld. Stap voor stap komen we er wel. Er zijn steeds meer parels die binnen en buiten de organisatie voor inspiratie zorgen. Die kunnen als een olievlek gaan werken. Pas als je ziet dat iets werkt, krijg je er enthousiasme voor."