September 2019
Juni 2019
April 2019
Februari 2019
December 2018
Oktober 2018
September 2018
Juni 2018
April 2018
Maart 2018
December 2017
Oktober 2017
September 2017
Juli 2017
Mei 2017
Maart 2017
December 2016
November 2016
September 2016
Juli 2016
Archief
Contact redactie
Ideeën & tips:
Copyright
Overname van inhoud uit het Magazine voor 1Amsterdam is niet toegestaan, tenzij met schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Delen mag, maar alleen met bronvermelding: 'Magazine voor 1Amsterdam, uitgave voor medewerkers'.
Hoofdredactie
Sebas van der Sangen
Redactie
Martine Mulder-Douwes (productiecoördinator)
Stella Marcé (eindredacteur)
Violet Rouwhorst
Redactie personeelsblad Stadswerker gemeente Rotterdam
Evelien Boender
Fenny Brandsma
Janneke Kok
Joep Boute
Lydia den Ouden
Marianne Post
Marieke de Jong
Tekstschrijvers
Cécile Obertop
Emmeke van der Laan
Ingrid Breed
Magda Jobses
Marleen Nieuwenhuis
Rob Beentjes
Fotografen
Alphons Nieuwenhuis
Arnoud Verhey (via gemeente Rotterdam)
David Rozing (via gemeente Rotterdam)
George Maas
Henk Rougoor
Jan de Groen (via gemeente Rotterdam)
Jan van der Ploeg (via gemeente Rotterdam)
René Castelijn (via gemeente Rotterdam)
Roos Trommelen
Sander Foederer
Tom Feenstra
Realisatie en vormgeving
Aan dit nummer werkten mee
Anita Hagen
Bart Zijlstra
Bart Grotens (Gemeente Rotterdam)
Bianca Vermeij
Boaz Lynch
Caroline Vonk
Clara Kroes
Dan Swart
Egbert Wolf
Emma de Goeje
Erwin Schut
Eva Groeneweg
Frank Boerma (Gemeente Rotterdam)
Giovanni Fritschij (Gemeente Rotterdam)
Ilja Blesgraaf
Jenneke Visser
Jeroen van Dalen
John van der Laarse (Gemeente Rotterdam)
Jolanda Geel
José Soorsma (Gemeente Rotterdam)
Kees Steeman
Leonoor de Ruyter van Steveninck (Gemeente Rotterdam)
Lune Renardel
Malika Maach
Mandy Jansen
Margreet de Ruyter van Steveninck
Marianne Groot
Marijke de Groot (Gemeente Rotterdam)
Marjolein van Vossen
Mark van Marken
Marleen Nieuwenhuis
Marysa Otte
Nadine Bandstra
Nees Botokat
Nico van Wijk (Gemeente Rotterdam)
Patrick Vrolijk
Peter Teesink
Peter Voortman (Nationale Opera & Ballet)
Pualani van der Biezen
Redouan (geen achternaam ivm beleid handhaving)
René Amsterdam (Gemeente Rotterdam)
Rick Vermin
Robertino Lynch
Ron van Leeuwaarden
Ruud van Raak (Gemeente Rotterdam)
Sabina van der Spek (Gemeente Rotterdam)
Salah Lagritite (Gemeente Rotterdam)
Stef Groeneweg
Sϋheyla Koҁak (Gemeente Rotterdam)
Tamara Zaidan (Gemeente Rotterdam)
Thys van den Brule
Tineke Smit (Gemeente Rotterdam)
Vincent Roozen (Gemeente Rotterdam)
Vincent Westzaan
Wendell Cairo (Gemeente Rotterdam)
Wiard Kune
Yeliz Olgun (Gemeente Rotterdam)
Colofon
Colofon
Archief
Hier en daar - de rollen omgedraaid
Rotterdammers over... Amsterdam
'Hard' Rotterdam blijkt aaibaar
Hart voor de stad
1Achterop
Leren & ontwikkelen
Mijn collega & ik
Voorwoord
Inhoud
Harde werkers vs. harde werkers
Waar is het beter?
Handhavers 010 en 020 samen op pad
Cover
Mijn collega
ik
&
Vincent
Peter
Mijn collega
ik
&
Gemeentesecretaris van een grote stad, op z’n zachtst gezegd een uitdagende baan. Peter Teesink en zijn evenknie uit Rotterdam, Vincent Roozen, over hun rol als gemeentesecretaris en algemeen directeur.
Vincent: “Ik heb wel even moeten nadenken toen ik gevraagd werd als gemeentesecretaris. Want enerzijds is het de gedroomde baan om te doen wat ik belangrijk vind, maar er is ook het risico dat je ‘het stadhuis’ ingezogen wordt en verder van de praktijk af komt te staan. Het begint bij de samenleving. De organisatie is een middel om in die samenleving dingen voor elkaar te krijgen. We moeten ons ondergeschikt maken. Het is een voortdurende zoektocht. Je moet oppassen dat je jezelf niet verliest in de complexiteit van de organisatie. Ruim 12.000 ambtenaren, 3,5 miljard euro op de begroting, elke dag shit, echte shit, honderden taken die we moeten uitvoeren. Dat kun je alleen maar als je voor ogen houdt waar je het voor doet. Ik wil een samenleving achterlaten waarin mijn kinderen gelukkig worden en waarin ze ook hun kinderen weer kunnen opvoeden. Dat maakt het gaaf om elke dag je bed uit te komen.”
Peter: “Het is niet zo dat ik op een dag wakker werd en dacht: nu weet ik het, ik word gemeentesecretaris! Maar ik heb wel altijd gezocht naar functies waarin je invloed kunt uitoefenen. Organisaties en medewerkers op een bepaald spoor kunt zetten.
Als ze me tien jaar geleden gevraagd hadden om gemeentesecretaris te worden, had ik het niet gedaan. Toen waren gemeentes, ook Amsterdam, nog heel anders georganiseerd. Je had diensten, allemaal met hun eigen directeur en zij waren de baas. De gemeentesecretaris werd daarbij gedoogd, zou je kunnen zeggen. Hij zorgde voor de verbinding met de politiek, maar over de organisatie had hij niet zoveel te zeggen. Nu is een gemeentesecretaris ook algemeen directeur. En dat maakt de functie voor mij interessant, want je hebt invloed op waar de organisatie naartoe beweegt.”
Vincent: “Ik hoef niet van elk onderwerp alles van de inhoud te weten. Dat kan ook niet. Mijn rol is ervoor te zorgen dat de professionals hun werk goed kunnen doen. Dat de context klopt, de middelen er zijn, dat we doen wat nodig is. En dat je wordt opgevangen als je het zelf ook niet meer redt. Vroeger werden directeuren vooral beoordeeld in hun rol als ‘crisismanager’ of als iemand die grote projecten aan kan. Daar is de laatste jaren een verschuiving in gekomen: je moet vóór en achter de organisatie staan en vooral de voorwaarden creëren waardoor we succesvol kunnen werken. Zo zit ik in elkaar, maar volgens mij geldt dat voor Peter ook. We zien elkaar eens in de zes weken op het G4-overleg. Na afloop blijven we met z’n vieren nog even zitten met een glas wijn. Dan gaat het ook nog wel over de inhoud, maar vooral over hoe we daarmee omgaan. Het is geen lotgenotencontact, maar het is hartstikke goed om af en toe zo met elkaar te kunnen praten.”
Peter: “De stad zelf is natuurlijk leidend. De uitdagingen van de stad moeten we vertalen naar de organisatie. Je moet aansluiten op wat er nodig is in de stad, en niet andersom, dat je van de stad verwacht dat zij zich plooit naar de organisatie.
Mijn belangrijkste taak is om ervoor te zorgen dat medewerkers de ruimte krijgen om mee te bewegen met de stad. En dat betekent dat zij de vrijheid krijgen om buiten de lijntjes te kleuren, fouten te maken. We zijn natuurlijk een bureaucratische organisatie, en dat is vaak goed. Als ik een uitkering aanvraag, wil ik dat er regels en protocollen zijn, en niet dat ik afhankelijk ben van één loketmedewerker. Maar tegelijkertijd zijn de uitdagingen van de stad zo complex, dat heel veel dingen niet in dat soort bureaucratie gevangen kunnen worden. Dan moet je durven vertrouwen op het vakmanschap en de professionaliteit van de medewerkers.”
Vincent: “Het cliché is natuurlijk dat Rotterdammers doen en Amsterdammers praten. Dat klopt maar ten dele wat mij betreft. Maar er is toch wel een belangrijk verschil: in Rotterdam heb je vaak ongelooflijk veel gedoe om tot een besluit te komen. Maar als het besluit er eenmaal is, dan voeren we het loyaal uit. In Amsterdam begint voor mijn gevoel het gevecht pas nadat het besluit is genomen. Amsterdam is in die zin activistischer dan Rotterdam.
Daarnaast weet Amsterdam mooie maar zeker ook minder mooie zaken ontzettend goed te verpakken en te verkopen. Daar ben ik jaloers op!"
Peter: "Als ik luister naar wat Vincent mij vertelt, dan zijn ze daar praktischer ingesteld dan wij. Zij dóen eerder, wij praten iets langer. De eerste maanden vond ik Amsterdam een circus van over elkaar buitelende onderzoeken en adviezen, waarvan ik me afvroeg of dat allemaal wel zo zinvol is. Te veel onderzoek en te weinig uitvoering, om het maar plat te zeggen. Aan de andere kant: Amsterdam heeft een soort natuurlijke zelfverzekerdheid. En dat is ook belangrijk, want dat betekent dat je dingen durft te doen, durft te vernieuwen, niet bang bent de strijd aan te gaan. Ik geloof trouwens wel dat ze in Rotterdam de laatste jaren steeds zelfverzekerder worden. We groeien naar elkaar toe."