Contact redactie
Ideeën & tips:
Copyright
Overname van inhoud uit het Magazine voor 1Amsterdam is niet toegestaan, tenzij met schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Delen mag, maar alleen met bronvermelding: 'Magazine voor 1Amsterdam, uitgave voor medewerkers'.
Hoofdredactie
Sebas van der Sangen
Redactie
Martine Mulder-Douwes (productiecoördinator)
Stella Marcé (eindredacteur)
Violet Rouwhorst
Redactie personeelsblad Stadswerker gemeente Rotterdam
Evelien Boender
Fenny Brandsma
Janneke Kok
Joep Boute
Lydia den Ouden
Marianne Post
Marieke de Jong
Tekstschrijvers
Cécile Obertop
Emmeke van der Laan
Ingrid Breed
Magda Jobses
Marleen Nieuwenhuis
Rob Beentjes
Fotografen
Alphons Nieuwenhuis
Arnoud Verhey (via gemeente Rotterdam)
David Rozing (via gemeente Rotterdam)
George Maas
Henk Rougoor
Jan de Groen (via gemeente Rotterdam)
Jan van der Ploeg (via gemeente Rotterdam)
René Castelijn (via gemeente Rotterdam)
Roos Trommelen
Sander Foederer
Tom Feenstra
Realisatie en vormgeving
Aan dit nummer werkten mee
Anita Hagen
Bart Zijlstra
Bart Grotens (Gemeente Rotterdam)
Bianca Vermeij
Boaz Lynch
Caroline Vonk
Clara Kroes
Dan Swart
Egbert Wolf
Emma de Goeje
Erwin Schut
Eva Groeneweg
Frank Boerma (Gemeente Rotterdam)
Giovanni Fritschij (Gemeente Rotterdam)
Ilja Blesgraaf
Jenneke Visser
Jeroen van Dalen
John van der Laarse (Gemeente Rotterdam)
Jolanda Geel
José Soorsma (Gemeente Rotterdam)
Kees Steeman
Leonoor de Ruyter van Steveninck (Gemeente Rotterdam)
Lune Renardel
Malika Maach
Mandy Jansen
Margreet de Ruyter van Steveninck
Marianne Groot
Marijke de Groot (Gemeente Rotterdam)
Marjolein van Vossen
Mark van Marken
Marleen Nieuwenhuis
Marysa Otte
Nadine Bandstra
Nees Botokat
Nico van Wijk (Gemeente Rotterdam)
Patrick Vrolijk
Peter Teesink
Peter Voortman (Nationale Opera & Ballet)
Pualani van der Biezen
Redouan (geen achternaam ivm beleid handhaving)
René Amsterdam (Gemeente Rotterdam)
Rick Vermin
Robertino Lynch
Ron van Leeuwaarden
Ruud van Raak (Gemeente Rotterdam)
Sabina van der Spek (Gemeente Rotterdam)
Salah Lagritite (Gemeente Rotterdam)
Stef Groeneweg
Sϋheyla Koҁak (Gemeente Rotterdam)
Tamara Zaidan (Gemeente Rotterdam)
Thys van den Brule
Tineke Smit (Gemeente Rotterdam)
Vincent Roozen (Gemeente Rotterdam)
Vincent Westzaan
Wendell Cairo (Gemeente Rotterdam)
Wiard Kune
Yeliz Olgun (Gemeente Rotterdam)
Colofon
Oktober 2019
September 2019
Juni 2019
April 2019
Februari 2019
December 2018
Oktober 2018
September 2018
Juni 2018
April 2018
Maart 2018
December 2017
Oktober 2017
September 2017
Juli 2017
Mei 2017
Maart 2017
December 2016
November 2016
September 2016
Juli 2016
Archief
Colofon
Archief
Hier en daar - de rollen omgedraaid
Rotterdammers over... Amsterdam
'Hard' Rotterdam blijkt aaibaar
Hart voor de stad
1Achterop
Leren & ontwikkelen
Mijn collega & ik
Voorwoord
Inhoud
Harde werkers vs. harde werkers
Waar is het beter?
Handhavers 010 en 020 samen op pad
Cover
Magazine voor 1Amsterdam • Nummer 6 • december 2019 • Pagina 5
Inhoud
Links Dan, rechts Patrick
De Amsterdamse programmamanager Dan Swart huurt de Rotterdamse adviseur Patrick Vrolijk in voor het Ingenieursbureau.
Dan: “Amsterdam is mijn geboortestad. Op mijn 33e verhuisde ik naar Purmerend. Sinds 2016 werk ik bij de gemeente Amsterdam. Dat voelde als terugkomen op het nest. Er zijn veel overeenkomsten tussen Amsterdam en Rotterdam. Het zijn allebei havensteden. Dat trekt bedrijven aan en arbeiders. Mijn beeld is dat we in Amsterdam wat meer van de regeltjes zijn dan in Rotterdam. Rotterdammers hebben meer ondernemingsgeest en een houding van 'we pakken het op'. Ze hebben ook veel veerkracht. 75 jaar nadat stad is platgegooid, is het nog steeds een bruisende stad. Ik zou er best een tijdje willen werken.”
Rotterdammer Patrick werkte eerder voor de gemeente Rotterdam en het havenbedrijf Rotterdam. “Rotterdam is een leuke stad, met een schitterende skyline, mooie objecten en uitdagende projecten. Maasvlakte 2 hebben we toch maar mooi uit de grond gestampt. Rotterdams en Amsterdams klinken verschillend, maar de mentaliteit is in beide steden hetzelfde: alles gaat met een grap en een grol. En in beide steden nemen we geen blad voor de mond. Rotterdammers zijn echte mouwenopstropers. Amsterdammers en Rotterdammers zijn allemaal trots op hun stad, daarin is geen verschil. Maar Amsterdammers lopen wel meer met de borst vooruit.”
Foto Sander Foederer
Links Ruud, rechts Mark
Ruud van Raak en Mark van Marken zijn beiden programmamanager voor Kansen voor West. In dat programma werken de vier randstadprovincies en de vier grote steden samen aan een vernieuwende en koolstofarme economie. Mark voor Amsterdam, Ruud voor Rotterdam.
Ruud: “Rotterdam lijkt een beetje op Brabant. Daar kom ik vandaan en woon ik nog steeds. Rotterdammers zijn wat makkelijker dan Amsterdammers. Die zijn wat rechtlijniger en afstandelijker. In Rotterdam is het niet denken maar doen. Als het dan vijf keer is misgegaan, gaan we nadenken. In Amsterdam is het andersom. Er wordt eindeloos gepraat, en het duurt lang voor er echt iets gebeurt. Amsterdammers zijn wel enthousiaster dan Rotterdammers. Amsterdammers vinden het altijd leuk om te vertellen wat ze bereikt hebben met de subsidies die wij hebben gegeven. In Rotterdam is het ‘geef me het geld en zeur niet te veel’. Toch vinden we elkaar altijd goed in de samenwerking.”
Mark: “In mijn vorige baan bij het ministerie van Economische zaken zat ik vaak met Rotterdammers en Amsterdammers aan tafel. Amsterdammers zijn inderdaad kampioen praten, volgens mij kan dat soms ook wel een onsje minder. Voor Amsterdamse ambtenaren zou ik net zo’n mooi gebouw willen als De Rotterdam. Het is heel praktisch dat de meeste ambtenaren in dat gebouw werken. En het uitzicht op de Maas en de Erasmusbrug is schitterend. Er is ook veel hetzelfde in beide steden: Amsterdammers en Rotterdammers zijn even betrokken bij het programma Kansen voor West. En de koffie smaakt overal even goed.”
Foto Sander Foederer
Links Lune, rechts Malika
Communicatieadviseurs Lune Renardel de Lavalette en Malika Maach groeiden op in Rotterdam, maar werken in de hoofdstad.
Lune: “Begin jaren ‘70 wilde ik naar Amsterdam. Daar gebeurde het. Actievoerders kwamen in opstand tegen de gevestigde orde; daar werd de maatschappij veranderd. Er waren ook veel meer plekken om uit te gaan. Nu denk ik: als ik ooit zou verhuizen, ga ik terug naar Rotterdam. Rotterdam was een stad van werken, er was weinig cultuur. Maar dat hebben we wel ingehaald. Dat directe van Rotterdam, daar zou ik wel wat van willen in Amsterdam. Een Rotterdammer heeft minder woorden nodig dan een Amsterdammer om hetzelfde te zeggen. De humor is in Rotterdam ook directer: je wordt gewoon in je gezicht uitgelachen.”
Malika: “Ik werk graag in Amsterdam, maar woon liever in Rotterdam. Daar voel ik me thuis, op Zuid, zoals Rotterdammers zeggen. Rotterdammers hebben hun eigen taalregels. Ook bedenken ze graag nieuwe woorden zoals de Koopgoot. Dat is precies wat het zegt. Rotterdammers zijn heel direct. De campagne tegen straatintimidatie in Rotterdam heette Pikpraat van straat. Dat vond ik erg grof. De Amsterdamse campagne Nee tegen straatintimidatie is minder bot en direct, dat vind ik prettiger. Sinds ik in Amsterdam werk, zeggen mijn Rotterdamse vriendinnen: ‘Wat praat jij diplomatiek!’ Rotterdam hoeft van mij geen tweede Amsterdam te worden. Maar Amsterdam zou wel een mooie brug over het IJ kunnen gebruiken, zoals de Zwaan of de Hef.”
Foto Roos Trommelen
Programmeur verkeer en openbare ruimte Eva Groeneweg komt uit een 100% Rotterdamse familie. Ze woont sinds een paar jaar in Amsterdam. Haar vader Stef heeft een haat-liefdeverhouding met Amsterdam.
Stef: “In de jaren ’80 ging ik graag met een groepje vrienden naar Amsterdam. We begonnen altijd met een hapje op de Zeedijk. Via de Wallen kwamen we dan steevast bij de Bastille terecht, een kroegje op de Lijnbaansgracht. Tegen middernacht ging de muziek harder, kwamen de hoedjes en pruiken tevoorschijn en begon de polonaise. In Rotterdam is het minder gezellig. Het bombardement haalde het hart uit de stad. Dat merk je. En dan loopt de Maas er ook nog eens dwars doorheen. Amsterdam is ook al eeuwenlang een internationale stad. Het is een stad van goed gebekte onderhandelaars. Rotterdammers hebben weer een grotere mond. Toch is Rotterdam mijn stad en Feyenoord mijn kluppie.”
Eva: “Rotterdam is een goede samenwerkingspartner. Ze hebben daar dezelfde problemen als hier. In mijn werkveld ligt Rotterdam op sommige punten voor op Amsterdam. We leren van elkaar, gaan regelmatig bij elkaar langs. Rotterdam is een wereldstad, maar al die nieuwe gebouwen maken de stad wel wat koud en kil. Alles ligt er ook ver uit elkaar. Mijn moeder en zussen komen graag een dagje shoppen in Amsterdam. Ga ik naar Rotterdam, dan neem ik vaak een Amsterdams biertje voor mijn vader mee. Om hem te plagen. Amsterdammers kijken vaak niet voorbij de stadsgrenzen. Maar daarbuiten is het ook mooi, zeker in Rotterdam.”
Foto Sander Foederer
Links Bart, rechts Anita
Anita Hagen is senior beleidsadviseur crisisbeheersing publieke zorg. Zij werkt veel samen met Bart Grotens, coördinator crisisbeheersing bij de gemeente Rotterdam.
Anita: “Bart en ik komen veel bij elkaar over de vloer, we hebben dezelfde uitdagingen. We doen trainingen en oefeningen samen en delen onze ervaringen. Met het Rode Kruis, of met de dierenambulance. Als het crisis is, redden we niet alleen mensen, maar ook dieren. In Rotterdam zijn ze meer op de uitvoering gericht, in Amsterdam meer op het beleid. Dat handen uit de mouwen steken van de Rotterdammers, dat past bij mij en bij dit werk. Rotterdam is een mooie stad, zo ruim en met zoveel uitzicht. Bijvoorbeeld vanaf het World Port Center op de Wilhelminapier. Daar zit de Veiligheidsregio, vlak bij hotel New York. Echt een toplocatie.”
Bart: “In Amsterdam hechten ze aan de lijntjes zoals die op papier staan. In Rotterdam wijken we daar makkelijker vanaf. We dóen sneller dingen want ‘dan is er vast wat’. Daardoor krijg je soms situaties die niet zo handig zijn. In Amsterdam blijven ze steken in overleggen en nadenken, in Rotterdam hebben we meer lef. Dat zie je ook aan de wolkenkrabbers en aan de Erasmusbrug. Persoonlijk houd ik wel van oude gebouwen en van oude meesters. Mijn kunsthart ligt in Amsterdam, ik ga regelmatig naar het Van Gogh en het Rijksmuseum. In Rotterdam mogen we wat meer oog hebben voor het verleden. Ik zou willen dat het Rijksmuseum er stond.”
Foto Alphons Nieuwenhuis
Senior adviseur corporate communicatie Egbert Wolf is een halve Rotterdammer. Zijn moeder is Rotterdamse, zijn vader Amsterdammer. Zijn vrouw Marysa Otte werkt bij het Amsterdam Museum.
Marysa: “Ik groeide op in de Bollenstreek. Al snel wist ik dat je in Amsterdam moest zijn, daar gebeurde het. In de jaren ‘80 was Rotterdam een soort lege stad. Er was niet veel te doen. Nu is dat helemaal omgedraaid. Rotterdam bruist. We gaan er naar het Nederlands Fotomuseum of naar een voorstelling. Het ligt wel allemaal ver uit elkaar. Maar met die leuke watertaxi’s kun je snel de Maas oversteken. Rotterdam Zuid en Amsterdam Noord waren echte volksbuurten waar ze in de rest van de stad hun neus voor ophaalden. Voor Rotterdam Zuid geldt dat nog steeds. In Amsterdam Noord wordt dat steeds minder. Wij wonen er met veel plezier.”
Egbert: “Ik ben vlak bij Blijdorp opgegroeid, in een keurig nette buurt. Op mijn achttiende kwam ik naar Amsterdam, mijn ‘vaderstad’. Ik bevind me in goed gezelschap: veel grote Amsterdammers zijn geboren in Rotterdam. Louis Davids bijvoorbeeld, de zanger van het Amsterdamse levenslied. Maar ook ontwerper Fong Leng en journalist H.J.A. Hofland. In Rotterdam worden besluiten sneller genomen. In Amsterdam moet iedereen er eerst zijn eigenwijze mening over geven. Rotterdammers zijn dozenschuivers: aanpakken en doorwerken. Amsterdammers zijn creatiever, er zijn hier door de eeuwen heen meer nieuwe dingen bedacht. Rotterdam is ruiger dan Amsterdam, je moet er meer voor jezelf zorgen. Het gevoel van Amsterdam Noord heb je daar in de hele stad.”
Foto Henk Rougoor
Links John, rechts Frank
John van der Laarse is technisch specialist bruggen en Frank Boerma is manager programmabeheersing voor bruggen en kademuren. Ze zijn in dienst van de gemeente Rotterdam, maar ze werken ook voor de gemeente Amsterdam.
John: “Rotterdam is: eerst doen en dan denken. Het gaat er wat minder volgens de regeltjes dan in Amsterdam. Bij Amsterdam denk ik vooral aan Ajax, mijn club. Altijd een fijn onderwerp voor collega’s om grappen over te maken. Sinds een half jaar werk ik een paar dagen in de week voor de gemeente Amsterdam. Als je buiten de deur werkt, krijg je vaker complimenten voor je werk. Ook in Amsterdam voel ik die waardering. Rotterdam kan wat leren van de systematische aanpak van Amsterdam. Bijvoorbeeld bij de beoordeling van kunstwerken. Amsterdam heeft daar een leidraad voor. In Rotterdam zijn we al vijftien jaar aan het beoordelen, maar dan zonder leidraad.”
Frank is sinds vorig jaar november voor een paar dagen per week uitgeleend aan Amsterdam. “Een collega met een Rotterdams hart organiseert elke keer taart eten na de klassieker Ajax-Feyenoord. De verliezer betaalt. Negen van de tien keer zijn dat de Rotterdammers. Maar na de 6-2 voor Feyenoord begin dit jaar, waren de Amsterdammers aan de beurt. De samenwerking met de Amsterdamse collega´s gaat heel soepel. We vullen elkaar goed aan. Amsterdam voelt als een warm bad. Als er een borrel of een voetbaltoernooitje is, doen we gewoon mee. Het geeft veel energie om eens bij een andere gemeente aan de slag te gaan. Ik kan het iedereen aanraden.”
Foto Sander Foederer
Links Leonoor, rechts Margreet
Adviseur financiën Margreet de Ruyter van Steveninck ging in Rotterdam naar school, maar koos voor Amsterdam. Haar zus Leonoor is adviseur bij Stadsbeheer in Rotterdam.
Margreet: “Toen ik in 1985 in Amsterdam ging studeren, zag ik een prachtig opgemaakte dame. Toen ze haar mond opendeed, kwam er een diepe bas uit en bleek ze een man te zijn. Ik dacht: wat gaaf! In Rotterdam vond ik de mensen grauw. Vrouwen zonder figuur met strak dichtgesnoerde regenjassen. Rotterdam is leuker geworden hoor. En de nieuwe gebouwen zijn fantastisch. Maar de schoonheid van Amsterdam is een verademing. Mijn buurt, de Jordaan, staat op de werelderfgoedlijst, daar geniet ik elke dag van. Als ik naar de glasbak loop, is dat een klein feestje.”
Leonoor: “Vorig jaar gingen we naar het Amsterdam Light Festival. Ik werd gek van de mensen. In Rotterdam voel ik me thuis. Het is een boeiende stad. Wat ik allemaal zie als ik over de Kruiskade en de Middellandstraat fiets! Mannen in kaftan of blingblingjongens. In het werk is er weinig verschil meer tussen de twee gemeenten. Alles wordt centraler geregeld. En of ze nou de Coolsingel of het Johnny Jordaanplein aanpakken: mensen klagen, maar zijn hartstikke blij als het eenmaal klaar is. Eén ding is in Rotterdam wel veel beter dan in Amsterdam: de metro.”
Foto George Maas
‘Alles gaat met een grap
en een grol’
LEES VERDER
Dan en Patrick
‘In Rotterdam is het niet denken maar doen’
LEES VERDER
Ruud en Mark
‘Je wordt gewoon in je gezicht uitgelachen’
LEES VERDER
Lune en Malika
‘Toch is Feyenoord mijn kluppie’
LEES VERDER
Eva en Stef
‘Ik zou willen dat het Rijksmuseum in Rotterdam stond’
LEES VERDER
Bart en Anita
‘Rotterdammers zijn dozenschuivers, Amsterdammers zijn creatiever’
LEES VERDER
Marysa en Egbert
‘De verliezer betaalt de taart’
LEES VERDER
John en Frank
‘Ik zie hier mannen in kaftan of blingblingjongens’
LEES VERDER
Leonoor en Margreet
Waar is het beter?
Of je het nu onzin vindt of niet, de rivaliteit tussen Rotterdam en Amsterdam is een feit.
Voor deze collega’s geldt dit gelukkig met een knipoog.
Bouwen aan een nieuw team
Interne auditors